Who pays the ferryman?
Errol (68) overleed in het buitenland, aan boord van een schip. Zijn werkgever belde ons, en wij zorgden ervoor dat hij vanuit Panama gerepatrieerd werd naar Nederland. Ik zat om tafel met zijn twee zoons. Ze waren zichtbaar geëmotioneerd toen zij in de rouwkamer stonden.
“We zagen die ouwe niet veel,” zei Martijn (38). “Nee,” zei zijn broer Oliver (40). “Pa was een zeeman en reisde de hele wereld rond. Hij had niet eens een vaste woon- of verblijfplaats. Hij stond bij mij ingeschreven. Hij had bij mij een kamer, maar was dus altijd op reis. Hij had geen spullen of bezittingen, daar gaf hij niets om.”
We bespraken samen de uitvaart. “Er zullen niet veel mensen komen,” zei Martijn. “Ik denk dat we met wat naaste familieleden maximaal met z’n tienen zullen zijn. Die ouwe had niet veel geluk in zijn leven. Twaalf ambachten, dertien ongelukken.”
Aan het einde van het gesprek vroeg Martijn: “Wat zijn de kosten van de uitvaart?”
Ik gaf aan dat het vermoedelijk rond € 6.000 zou zijn. “Tsja,” zei Oliver, “er is niet veel geld. Ik denk dat-ie alles opgemaakt heeft. Maar hij heeft ons een oude zeeroverbelofte gedaan. Zeelieden droegen altijd gouden of diamanten oorbellen. Als zij onderweg waren en misschien sneuvelden, dan was de opbrengst van de sieraden bedoeld om de kosten van een begrafenis te dekken.”
De sieraden werden overgedragen aan de zoons. Op hun beurt gingen zij de kostbaarheden verzilveren. Niet veel later kreeg ik een telefoontje van Martijn: “Alexander, de uitvaart kan betaald worden. We kunnen daarna zelfs nog de kroeg in.”
Het laatste nummer in het crematorium schalde door de speakers: Sailing Home van Piet Veerman. Vanaf nu heeft dit nummer voor mij een andere betekenis…

Alexander van der Pijl