De garagehouder
Er nam een garagehouder contact met ons op. Zijn gezondheid verslechterde en hij wilde met ons in gesprek. Hij was al meer dan 30 jaar ondernemer in zijn geboortedorp en iedereen kende hem. Velen deden zaken met zijn bedrijf, dat een heel goede reputatie had. Als hij een feest gaf of jubileum vierde, dan werd dat altijd groots aangepakt. Zo ook zijn uitvaart. “Ik ken zo veel mensen, ik denk niet dat ze allemaal in de kerk passen” zei hij.
De kerk waar de rouwdienst gehouden zou worden, was inderdaad veel te klein voor het aantal genodigden. We regelden daarom een groot scherm bij de nabijgelegen uitbater, zodat mensen ook daar de dienst konden volgen.
De familie vroeg of wij ook alle correspondentie wilden verzorgen: het maken van de rouwkaarten en de advertenties in verschillende bladen. De situatie verslechterde echter zo snel, dat de familie geen tijd had om de adressen tijdig te leveren. Maar dat was geen probleem. We zijn gewend om op het laatste moment te schakelen.
De garagehouder overleed en tijdens het gesprek met zijn gezin, kreeg ik de lijst met adressen. Het was een uitdraai van de debiteurenadministratie en een aanvulling van persoonlijke adressen van de familie. Bij Dunweg controleerden we voor het drukken van de rouwkaarten, eerst de tekst op de kaart zorgvuldig. Er mocht immers niets fout gaan. Het waren maar liefst 1487 kaarten! Dat hadden we nog nooit meegemaakt. Adresseren, vouwen, insteken, de postzegels… Uiteindelijk was alles klaar, wat een klus.
Jaren later spraken wij de familie: “Weet je, Van der Pijl, wat we vergeten waren? De klanten die altijd contant betaalden, stonden niet op de debiteurenlijst!” Gelukkig konden wij hierom lachen, dat we dáár nou niet aan gedacht hadden.
Alexander van der Pijl